VEELEISENDE LIEFDES

 

Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Het is een zegen te mogen leven met passie, geestdrift en een zekere mate aan talent. Zo houd ik onnoemelijk veel van koken, schrijven, wandelen in de zon, schilderen, fotograferen, filmen en muziek maken. Toch is er een ‘maar’. En alles voor de ‘maar’ is ‘bullshit’, zo stelt mijn therapeut. Mijn zielenknijper. Mijn klankbord.

 

Vele liefdes vragen veel aandacht. Liefdes zijn jaloers. Liefdes willen de kans krijgen zich te ontplooien en tot wasdom te komen.

 

Zoals beeldend kunstenaar en schrijver Jan Cremer het ooit gezegd schijnt te hebben ‘Als ik schilder vind ik dat ik zou moeten schrijven, en als ik schrijf, vind ik dat ik zou moeten schilderen.’ Het is ook de dagelijkse puzzel van mijn bestaan, een eeuwige strijd die ervoor zorgt dat de dood me al decennia op de hielen zit, met vrezen en soms vermoeidheid tot gevolg.

 

De componist Sergej Rachmaninov stookt de angsten voor de onvermijdelijke eindigheid nog eens op door te stellen dat ‘De muziek alleen al genoeg is voor een leven, maar dat een leven nooit genoeg is voor de muziek’.

 

Kunst is eindeloos. Toch zal ik een dag de ogen sluiten en zal dat het zijn. Dan zullen mijn liefdes bereikt hebben wat ze bereikt hebben. Sommige zullen een wiegendood sterven, anderen worden wellicht zeurderige tieners. Met een beetje geluk zijn mijn dagen zo lang dat mijn schilderijen of teksten nog worden tot een waar oeuvre of Magnum Opus.

 

Soms ontstaat de drang te moeten kiezen. Dan vind ik dat ik sommige liefdes moet laten gaan, zodat ik er één met volle aandacht kan voeden. Toch voelt dat, enigszins, hetzelfde als een moeder te vragen welk van haar kinderen ze zou opofferen als ze er één zou kunnen redden van de hongerdood.

 

Op andere momenten zou ik al mijn liefdes tegelijk de deur willen wijzen. Ze smeken me met rust te laten zoals in het liedje ‘Eén Nacht Alleen’ van Doe Maar. Ik hoor dan in mijn hoofd de langgerekte strofe die zanger Henny Vrienten uit zijn longen perst ‘Laat me een keertje pitten of ik ga kapot’.

 

Toch zou deze liefdeloze stilte hoogstwaarschijnlijk ondragelijk zijn en heb ik me te verhouden tot de polyamoureuze relaties tussen mij en de kunsten.   

Daarom heb ik een therapeut, een emotioneel manager, die me helpt niet in de verdrukking te komen tussen de wal van het pragmatische bestaan en de flank van het passievolle schip.

 

Ik doe mijn best mij hiervoor niet te schamen. Want het is, eerlijk gezegd, vrij geweldig. Samen ruimen we met frisse moed de rommel in de bovenkamer op. Herstructureren we mijn dagindeling. Vinden een gezonde middenweg waarin elke liefde de aandacht krijgt die ze verdient.

Deze aanpak werkt beter dan mezelf vol te gieten met drank of te overladen met werk en zo weg te kijken van de uit hun voegen barstende deuren waarachter ik mijn onzekerheden, pijn en verdriet tot nader order heb proberen weg te moffelen.

 

Ik kan het iedereen, ergens in zijn leven, van harte aanbevelen de woekerende heggen van het onderbewuste eens rigoureus te snoeien, de stallen van het verleden eens flink uit te mesten, de ramen met het uitzicht op de toekomst eens grondig te boenen.   

 

Want als alles voor de ‘maar’ ‘bullshit’ is, dan kijk ik reikhalzend uit naar al het moois dat er na diezelfde ‘maar’ nog allemaal kan komen.

 

Misschien versmelten uiteindelijk al mijn liefdes wel tot een grote, allesomvattende, liefde in de vorm van een geïllustreerd boek, een film, een compositie of een gerecht. 

 

Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Het is een zegen te mogen leven met passie, geestdrift en een zekere mate aan talent. Zo houd ik onnoemelijk veel van koken, schrijven, wandelen in de zon, schilderen, fotograferen, filmen en muziek maken.

 

Dit mag ik elke dag blijven doen. Tot ik, uiteindelijk, de ogen sluit. 

 
Amsterdam – 12-06-2024
 
N.B. De enige ware liefdes zijn, onomstotelijk, mijn vriendin en haar kinderen die mij de ruimte geven mijn passies te volgen en de grillen van dit proces met geduld en enthousiasme ondersteunen.
 

 

Category: Writing Dutch